Het VN Verdrag Handicap

Basis voor de visie en werkwijze is het VN Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (WHO, 2006). Daarin staat centraal dat mensen met beperkingen (fysiek, psychisch, verstandelijk en/of zintuiglijk) recht hebben op naleving van alle mensenrechten en op alle domeinen van het leven deel moeten kunnen uitmaken van de samenleving. Het verdrag gaat discriminatie tegen, en wil ook landen ertoe aanzetten en ondersteunen om een inclusieve samenleving te bewerkstelligen. Seksualiteit en voortplanting maken deel uit van deze basale rechten.

Het VN-Verdrag Handicap noemt – dankzij de lobby van enkele behoudende landen – het recht op positieve seksuele ervaringen niet expliciet, maar legt wel een link met seksuele en reproductieve gezondheid en rechten. De standaardregels die het Verdrag ondersteunen noemen het recht op seksuele expressie wèl expliciet. Voor de WHO en de VN zijn seksuele rechten uitdrukkelijk zowel iets van de persoon als een maatschappelijke en sociale zaak.

In 2016 ratificeerde Nederland het VN-Verdrag en in datzelfde jaar nam de Tweede Kamer de Motie Bergkamp aan. Daarin wordt de regering aangespoord om het taboe rond seksualiteit en beperking te doorbreken en seksualiteit expliciet mee te nemen in de implementatie van het Verdrag. Tiresias maakt zich er sterk voor dat dit een vervolg krijgt. Daar zijn inmiddels een aantal stappen voor gezet. In 2021 deed de stichting samen met Rutgers, kenniscentrum seksualiteit, in opdracht van VWS een onderzoek naar ondersteuningsbehoeften bij seksualiteit. De resultaten kan je hier bekijken. Nederland geratificeerde het verdrag in 2016. In 2022 werd een ronde tafel conferentie in de Tweede kamer mee vorm gegeven, en in juni werd een Inivitational Conference bij VWS georganiseerd.